direct naar inhoud van 3.4 Regionaal beleid
Plan: Westzijdeweg 27a
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1672.13BPBGWestzijde27a-ON01

3.4 Regionaal beleid

3.4.1 Regionale Structuurvisie Holland Rijnland 2020

De gemeente Rijnwoude maakt onderdeel uit van de regio Holland Rijnland , waarvoor de betrokken gemeente gezamenlijk een visie hebben ontwikkeld om te werken aan de toekomst van deze regio. De regio wil op de scharnierplek tussen de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad een gebied zijn waar wordt gewerkt aan kwaliteit en waar het goed wonen, werken en recreƫren is, met een uitstraling die verder gaat dan de regio- of landsgrenzen.

De Regionale Structuurvisie geeft de grote lijnen weer van de door gewenste richting en duidt de grote projecten aan waar de deelnemende gemeenten aan willen werken. De Regionale Structuurvisie is een product van intensieve samenwerking van de vijftien gemeenten in Holland Rijnland. Ze laat zien hoe sterk de gezamenlijke gemeenten kunnen zijn en hoe belangrijk het is dat deze met elkaar de toekomst ingaan. De visie levert een bijdrage aan het denken over de toekomst van de Randstad.

In deze Regionale Structuurvisie van Holland Rijnland wordt inzicht gegeven in de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2020 (met doorkijk naar 2030). Op basis van deze visie worden de onderstaande zeven kernbeslissingen geformuleerd. Deze kernbeslissingen geven de belangrijkste keuzes weer:

  • 1. Holland Rijnland is een topwoonregio;
  • 2. Leiden vervult een regionale centrumfunctie;
  • 3. Concentratie stedelijke ontwikkeling;
  • 4. Groen-blauwe kwaliteit staat centraal;
  • 5. Het Groene Hart, de Bollenstreek en Duin, Horst en Weide blijven open;
  • 6. Twee speerpunten voor economische ontwikkeling: kennis en Greenports;
  • 7. Verbetering van de regionale bereikbaarheid.

Voorliggende planwijziging is enigszins gerelateerd aan de punten 1, 3 en 5. Mede doordat de wijzigingen die middels de planwijziging worden mogelijke gemaakt praktisch beperkt van aard zijn is de invloed van de voorgenomen planologjsche aanpassing op het beleid uit de structuurvisie zeer beperkt. Door het bestemmingsplan zoveel mogelijk in te richten als de bestaande praktische situatie op het perceel wordt voldoende aandacht besteed aan de kernpbelangen uit de structuurvisie.