direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: Westzijdeweg 27a
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1672.13BPBGWestzijde27a-ON01

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland, Visie op Zuid-Holland
3.3.1.1 Algemeen

Provinciale Staten stelden 2 juli 2010 de Provinciale Structuurvisie "Visie op Zuid-Holland" en de Uitvoeringsagenda vast. In de Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De Structuurvisie geeft een doorkijk naar 2040 en de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie. De nieuwe integrale Structuurvisie voor de ruimtelijke ordening komt in de plaats van de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte.

De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk- en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.

Ook de instrumenten die de provincie inzet, komen in de structuurvisie aan de orde. De provincie ordent op kaarten (Functie- en Kwaliteitskaart), ontwikkelt programma's en projecten, agendeert zaken en laat onderzoek uitvoeren. Zij stuurt op hoofdlijnen door kaders te stellen en het lokale bestuur ruimte te geven bij de ruimtelijke inrichting. Deze aanpak sluit aan bij de nieuwe stijl van besturen: 'Lokaal wat kan, provinciaal wat moet’.

3.3.1.2 Functiekaart

De functiekaart geeft de gewenste ruimtelijke functies weer die in de structuurvisie zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot 2020. Op de functiekaart van Visie op Zuid-Holland is het plangebied aangeduid als 'Agrarisch landschap - inspelen op verbinding stad-land’. Binnen deze gebieden moet verbrede landbouw worden gestimuleerd, zodat de ondernemer naast voedselproductie ook andere diensten kan leveren.

Een aantal bedrijven is in staat om zich via schaalvergroting verder te ontwikkelen. Kansrijke mogelijkheden voor landbouwbedrijven die niet verder kunnen uitbreiden en/of geconfronteerd worden met ruimtelijke beperkingen, zijn onder meer (verblijfs)recreatie, streekeigen producten, groenblauwe diensten, educatie en zorg. Ook agrarisch natuur- en landschapsbeheer dragen bij aan stedelijke wensen voor een afwisselend en aantrekkelijk landschap.

afbeelding "i_NL.IMRO.1672.13BPBGWestzijde27a-ON01_0007.png"

Figuur 3.1: uitsnede functiekaart provinciale structuurvisie met plangebied rood omkaderd

De locatie van voorliggend bestemmingsplan is gelegen buiten de rode contour uit de provinciale structuurvisie. Buiten deze contour is in principe geen verstedelijking toegestaan. Uitzonderingen op deze regel zijn situaties waarbij door de bouw van een beperkt aantal woningen of een bedrijfsvestiging, de kwaliteiten in een gebied kunnen worden versterkt.

Met het vaststellen van dit bestemmingsplan wordt geen nieuwe bebouwing mogelijk gemaakt maar de bedrijfswoning op het perceel Westzijdeweg 27a omgezet naar een burgerwoning. Hierdoor verandert het feitelijke gebruik op het perceel niet. Daarnaast wordt de kwaliteit van de bebouwing op het perceel middels deze omzetting gewaarborgd. In de toekomst zal het vanwege de planologische mogelijkheden rendabel blijven om de bestaande bebouwing te onderhouden of van een nieuwe kwaliteitsimpuls te voorzien.

3.3.1.3 Kwaliteitskaart

Naast het sturen op functies, wil de provincie ook sturen op kwaliteit. Daarom heeft ze de kwaliteitskaart opgesteld. Terwijl de functiekaart stuurt op het 'wat en waar', stuurt de kwaliteitskaart op het 'waar en welke'. Op de kaart zijn zowel de bestaande als de gewenste kwaliteiten benoemd op een globale, regionale schaal. De kwaliteitskaart toont de diversiteit van Zuid-Holland en brengt de ruimtelijke kwaliteiten van provinciaal belang in beeld. De kaart geeft vanuit een kwalitatieve invalshoek richting en randvoorwaarden aan de ordening en ontwikkeling van de ruimte in Zuid-Holland. Op de kwaliteitskaart is aan het plangebied geen specifieke of relevante waarde toegekend anders dan in de functiekaart.

3.3.2 Verordening Ruimte

Provinciale Staten stelden 29 februari 2012 de actualisering van de Verordening Ruimte vast. De Verordening Ruimte, gebaseerd op artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening, stelt regels betreffende de inhoud van- en de toelichting op bestemmingsplannen over onderwerpen in zowel het landelijke als het stedelijke gebied van Zuid-Holland.

Meest belangrijke regelgeving vanuit de verordening betreft de bepaling over mogelijke bebouwing buiten de bebouwingscontour. Het perceel aan de Westzijdeweg is gelegen buiten de bebouwingscontour uit de verordening, waarbinnen bestemmingen die nieuwvestiging of uitbreiding van stedelijke functies mogelijk maken zijn uitgesloten (artikel 2 lid 1 van de verordening).

Met het vaststellen van voorliggend bestemmingsplan wijzigt er praktisch gezien niets op het perceel, behalve dat de bestaande onjuist als bedrijfswoning bestemde woning wordt omgezet naar een burgerwoning. In de huidige situatie is dus al sprake van een bestaande feitelijke situatie buiten de bebouwingscontouren.

Desondanks kan voor de volledigheid worden getoetst en beoordeeld of het toevoegen van een burgerwoning (stedelijke functie) aan het gebied buiten de bebouwingscontour past binnen de daarvoor gestelde voorwaarden. In afwijking van het verbod op de uitbreiding van stedelijke functies in het gebied buiten de bebouwingscontour, is het onder bepaalde voorwaarden toch mogelijk binnen bestemmingsplannen in een uitbreiding van stedelijke functies te voorzien.

De woning op het perceel Westzijdeweg 27a, die ongewijzigd blijft, ligt binnen een bebouwingslint. Buiten de bebouwingscontour geldt voor het oprichten van woningen in bebouwingslinten op basis van artikel 2 lid 2 onder j een vijftal voorwaarden:

  • a. de woningen vervangen bestaande bebouwing van ten minste hetzelfde volume;
  • b. de bestaande bebouwing ligt binnen het bebouwingslint;
  • c. de woningen worden gebouwd op ongeveer dezelfde locatie als de gesaneerde bebouwing;
  • d. de woningen brengen uit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen met zich mee voor de bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven;
  • e. financiële compensatie is geregeld overeenkomstig art 2, lid 2 sub a onder ix, x en xi voor de oppervlakte die minder is gesloopt dan de in artikel 2, tweede lid, onder ii genoemde oppervlaktes

Ondanks het feit dat van een nieuwe woning geen sprake zal zijn, voorziet het bestemmingsplan in een bouwvlak op het perceel, welke overeenkomt met de huidige bebouwing. Aan de eerste drie bovenstaande voorwaarden is derhalve voldaan. In hoofdstuk 4 zal nader worden ingegaan op de invloed van de aanwezigheid van de burgerwoning op de omliggende agrarische bedrijvigheid. Omdat de situatie genoemd onder voorwaarde e zich hier niet voordoet, betekent een akkoord op de milieuhygiënische situatie dat het plan voldoet aan de voorwaarden van artikel 2 lid 2 onder j. Hiermee is het plan in overeenstemming met het doel en de bepalingen van de Verordening Ruimte.

3.3.3 Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland (CHS)

Teneinde mogelijke archeologische waarden in de grond te kunnen beschermen dient de kans op het vinden van archeologische sporen te worden onderzocht. Omdat er met het omzetten van de bedrijfswoning naar de bestemming wonen geen werkzaamheden en ruimtelijke wijzigingen op het perceel plaatsvinden heeft het plan zelf geen invloed op eventuele archeologische waarden. Voor mogelijke bouwplannen of grondverzet in de toekomst dient het plan echter wel in de bescherming van mogelijke archeologische waarden te voorzien.

Daarom is gekeken naar de Cultuurhistorische Hoofdstructuur, welke een overzicht geeft van de cultuurhistorische kenmerken en waarden in Zuid-Holland. De CHS bestaat uit kaarten voor de drie onderdelen van de cultuurhistorie: archeologie, historische stedenbouw en historisch landschap. Ieder onderdeel bestaat uit twee kaarten die inzichtelijk maken wat in Zuid-Holland cultuurhistorisch van belang is en waarom: de kenmerkenkaart, waarop de kenmerkende nederzettingspatronen, landschapspatronen en de archeologische opbouw van het landschap zijn weergegeven, en de waardenkaart, waarop de waardevolle structuren van de kenmerkenkaart zijn gewaardeerd. Uit de kaarten blijkt dat er in het plangebied van voorliggend bestemmingsplan geen kans bestaat op het vinden van archeologische sporen. In voorliggend bestemmingsplan hoeven derhalve geen regels te worden opgenomen teneinde de archeologische waarden ter plaatse te beschermen. In paragraaf 4.10 wordt vanuit het milieuoogpunt ingegaan op het archeologie aspect.

3.3.4 Gemeentelijke inspanningsverplichting en conclusie provinciaal beleid

Voorgenomen planwijziging is conform het provinciale beleid. De locatie ligt buiten de bebouwingscontour maar het plan voldoet aan de voorwaarden voor woningen binnen het bebouwingslint. Daarnaast bestaat voor de gemeente Rijnwoude de inspanningsverplichting om zaken en strijdig gebruik die ouder zijn dan tien jaar, positief te bestemmen of anders onderwerp te maken van een handhavingsprocedure en terug te brengen in de op het perceel liggende bestemming.

Met het vaststellen van voorliggend bestemmingsplan voldoet de gemeente aan deze verplichting. De bewoners van de woning op Westzijdeweg 27a staan, ook historisch gezien, niet rechtstreeks in verbinding met het achtergelegen agrarische bedrijf. Feitelijk is en wordt de woning niet als bedrijfswoning gebruikt. De inspanningsverplichting van de gemeente Rijnwoude maakt het dat het omzetten van de bedrijfswoning naar een burgerwoning past binnen het provinciale beleid.

Omdat verder geen archeologische waarden in de grond te verwachten zijn, is het niet noodzakelijk in het bestemmingsplan "Westzijdeweg 27a" regels ter bescherming daarvan op te nemen.