direct naar inhoud van 5.6 Luchtkwaliteit
Plan: N207 - Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0484.B110N207noordaadr-VA01

5.6 Luchtkwaliteit

5.6.1 Wettelijk kader

Op 15 november 2007 is de Wet milieubeheer gewijzigd. Aan hoofdstuk 5 is de paragraaf 5.2. over luchtkwaliteitseisen toegevoegd. Deze wet vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005.

In de wet is, door middel van criteria, een onderscheid gemaakt tussen grote en kleine ruimtelijke projecten. Een project is klein als het “niet in betekenende mate” leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Per 1 augustus 2009 is het Nationaal Samenwerkings-programma Luchtkwaliteit (NSL) in werking getreden.  Het NSL is een bundeling van alle ruimtelijke ontwikkelingen die de luchtkwaliteit “in betekenende mate” verslechteren en alle maatregelen die de luchtkwaliteit verbeteren om er voor te zorgen dat per 2015 wel overal in Nederland aan de grenswaarden wordt voldaan. Het Rijk coördineert dit programma.

De grens tussen kleine (“niet in betekende mate”) en grote projecten bedraagt nu 3% van de grenswaarde voor stikstofdioxide en fijn stof. Dit komt overeen met het realiseren van 1500 woningen of meer, 100.000 m² Brutovloeroppervlakte (BVO) bij een ontsluitingsweg en 200.000 m² BVO bij twee ontsluitingswegen.

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)

Het NSL is de kern van de Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteit. Dit programma is de onderbouwing van het “derogatieverzoek” van het Rijk aan de EU. Het NSL is een bundeling van alle ruimtelijke maatregelen die de luchtkwaliteit in betekenende mate verslechteren en alle maatregelen die de luchtkwaliteit verbeteren om er voor te zorgen dat per 2011 (fijn stof) respectievelijk 2015 (stikstofdioxide) overal in Nederland aan de grenswaarden wordt voldaan. Het Rijk coördineert het programma. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. De uitvoeringsregels behorende bij de wet zijn vastgelegd in algemene maatregelen van bestuur (Besluit) en ministeriële regelingen (mr), waaronder het Besluit "Niet in betekenende mate" en de mr "Niet in betekenende mate" (NIBM).

AMvB en mr niet in betekenende mate

De Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteit, maakt onderscheid tussen grote en kleine ruimtelijke projecten. Een project is klein als het slechts in geringe mate (ofwel niet in betekenende mate) leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. De grens ligt bij een verslechtering van maximaal 3% van de grenswaarden voor de luchtkwaliteit. Grotere projecten echter kunnen worden opgenomen in het NSL-programma, mits ook overtuigend wordt aangetoond dat de effecten van dat project worden weggenomen door de maatregelen van het NSL. De AMvB en Regeling "Niet in betekenende mate" bevat criteria waarmee kan worden bepaald of een project van een bepaalde omvang wel of niet als "In betekenende mate" moet worden beschouwd. Deze AMvB is gelijktijdig met het NSL in werking getreden. Er mag rekening worden gehouden met een verslechtering van maximaal 3 % van de grenswaarde (= 1,2 µg/m3 voor zowel stikstofdioxide en fijn stof).

5.6.2 Huidige situatie

In de huidige situatie en autonome ontwikkeling vindt er geen overschrijding plaats van de (tijdelijke) jaargemiddelde NO2 grenswaarde en worden de grenswaarden voor de PM10 concentraties niet overschreden.

5.6.3 Onderzoek

Om te bepalen of vanuit het aspect luchtkwaliteit wettelijke bezwaren zijn tegen de verbreding van de N207, is nader onderzocht of er in betekenende mate wordt bijgedragen aan de concentraties NO2 of PM10. Dit onderzoek maakt deel uit van het bestemmingsplan (Bijlage 12 Luchtkwaliteit).

Uit de berekeningsresultaten blijkt dat door een bijdrage aan de jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide (NO2) van meer dan 1,2 µg/m3, wordt er in betekenende mate bijgedragen. Hierdoor is vervolgens getoetst aan de grenswaarden voor zowel stikstofdioxide (NO2) als fijn stof (PM10). De grenswaarden voor de jaargemiddelde concentratie worden nergens overschreden. Ook de grenswaarde voor het aantal overschrijdingsdagen van 24-uursgemiddelde concentratie fijn stof wordt nergens overschreden. Hiermee vormt het aspect luchtkwaliteit geen belemmering in de planvorming.

PM2,5

Voor PM2,5 is in de Nederlandse wetgeving een norm opgenomen voor de jaargemiddelde concentratie. Tot 2015 hoeft hier echter niet aan te worden getoetst. Uit analyses van het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) blijkt dat er een statistische relatie bestaat tussen PM2,5 en PM10. Indien er geen sprake is van een overschrijding van de grenswaarden voor de concentraties PM10, mag worden verondersteld dat ook de grenswaarde voor PM2,5 niet wordt overschreden. De effectbeoordeling voor PM10 zullen dus niet anders zijn voor PM2,5.