Plan: | N207 - Noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0484.B110N207noordaadr-VA01 |
Geluidsoverlast kan veroorzaakt worden door industrielawaai, railverkeerslawaai, wegverkeerslawaai en luchtverkeerslawaai van Schiphol. Ten gevolge van het plangebied is alleen wegverkeerslawaai relevant.
Ter bepaling van de geluidsbelasting dient op grond van artikel 74 van de Wet geluidhinder (Wgh) iedere weg in beschouwing te worden genomen, tenzij de weg binnen een woonerf is gelegen of dat voor een weg een maximum snelheid geldt van 30 km/uur. De te beschouwen wegen kennen een geluidszone, een aandachtsgebied waarbinnen een akoestisch onderzoek dient plaats te vinden. De omvang van een zone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de typering van het gebied (binnenstedelijk of buitenstedelijk). Binnenstedelijk is het gebied binnen de bebouwde kom en Buitenstedelijk het gebied buiten de bebouwde kom. Op grond van artikel 82 van de Wgh bedraagt de voorkeursgrenswaarde 48 dB op de gevel van een geluidsgevoelige bestemming. Artikel 83 geeft het bevoegd gezag de mogelijkheid om een hogere waarde vast te stellen.
Voor het Buitenstedelijk gebied geldt dat er maximaal een hogere waarde mag worden vastgesteld van 53 dB. Voor nieuw te bouwen geluidsgevoelige bestemming binnen de bebouwde kom is deze waarde wettelijk maximaal 63 dB. Het vaststellen van een hogere waarde is alleen mogelijk als, maatregelen gericht op het terugbrengen van de geluidsbelasting tot 48 dB onvoldoende doeltreffend zijn, danwel stuiten op bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard (artikel 110 a, lid 5 Wgh). Alvorens aan bovenstaande waarden wordt getoetst, mag op grond van artikel 110g Wgh, van de berekende geluidsbelasting 2 dB worden afgetrokken voor wegen waarvoor een maximum snelheid geldt van 70 km/uur of meer en 5 dB voor de overige wegen.
Een hogere waarde zal alleen worden verleend zodra duidelijk is dat er (bouwkundige) maatregelen zijn of worden getroffen om het binnenniveau te laten voldoen aan de grenswaarde zoals opgenomen in het Bouwbesluit. Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst West-Holland heeft, op 28 juni 2010, in het kader van de decentralisatie van de procedure tot vaststelling van een hogere waarde, richtlijnen vastgesteld. Op 4 maart 2013 heeft heeft Algemeen Bestuur het hogere waarde beleid (herziene versie) op 4 maart 2013 vastgesteld.
Op basis van deze richtlijnen stelt de Omgevingsdienst voor verkeerslawaai in binnenstedelijk gebied een maximaal hogere waarde van 58 dB vast en voor buitenstedelijk gebied een maximale hogere waarde van 53 dB.
Ten behoeve van de reconstructie van de N207 is een MER opgesteld. Hoofdstuk 7 Geluid, trillingen en lucht gaat nader in op het aspect verkeerslawaai. Ten behoeve van de referentiesituatie zijn de geluidscontouren bepaald in contourklassen van 5 dB, gerekend vanaf de voorkeursgrenswaarde van 58 dB.
Daarnaast is per alternatief een verschillenplot gemaakt. Bij zowel alternatief 1 als 2 neemt de met geluid belaste oppervlak in de hogere geluidsklassen beperkt toe. Beide alternatieven zijn onderling nauwelijks onderscheidend en worden beiden, ten opzichte van de referentiesituatie als licht negatief beoordeeld. Door de toename van het autonome autoverkeer neemt de geluidsbelasting toe en ook het aantal gehinderden. Voor dit bestemmingsplan is Alternatief 2 van belang. Daarom is in onderstaande afbeelding de verschillenplot voor alternatief 2 opgenomen.
Figuur 4: Verschillenplot Alternatief 2
Omdat er geluidsgevoelige bestemmingen liggen in de geluidszone van het te wijzigen gedeelte van de N207 en de nieuwe weg, is een akoestisch onderzoek uitgevoerd voor het gedeelte vanaf Alphen aan den Rijn tot Leimuiden (Bijlage 5 Geluidsonderzoek wegverbreding N207 Alphen aan den Rijn -Leimuiden met westelijke
parallelweg en bijlagen 6 tot en met 9). De navolgende toelichting beperkt zich tot hetgeen relevant is voor het bestemmingsplan van Alphen aan den Rijn.
De geluidsgeluidsgevoelige objecten bestaan alleen uit woningen. De geluidsbelasting is berekend en getoetst op de geluidgevoelige objecten vanwege de N207 en de nieuwe weg afzonderlijk. Het doel van het akoestisch onderzoek naar de fysieke wijziging van de N207 is het berekenen van de eventuele toename van de geluidsbelasting. Hiervoor worden de geluidsbelastingen in de jaren 2013 (één jaar voor de fysieke wijziging) en 2025 (tien jaar na de fysieke wijziging) met elkaar vergeleken. Voor zeven woningen is in het verleden reeds een hogere waarde vastgesteld. Voor deze woningen is de toename van de geluidsbelasting bepaald ten opzichte van de laagste waarde van de eerder verleende hogere waarde en de heersende geluidsbelasting in 2013. Er is sprake van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder indien de geluidsbelasting toeneemt met 2 dB of meer.
Uit de rekenresultaten blijkt dat er sprake is van een reconstructie bij zeven woningen. De geluidsbelasting neemt toe met maximaal 4 dB. Deze zeven woningen liggen in de bebouwde kom van Alphen aan den Rijn (Alida de Jongstraat 36-46 en Herenweg 117). Voor de zeven woningen is in het verleden een hogere waarde vastgesteld die lager is dan de heersende waarde in 2013. Omdat sprake is van een reconstructie moet de saneringssituatie bij de woningen Ridderbuurt 1 en 1b worden opgelost. De woningen zijn onderdeel van de zogeheten Hertogshoeve, welke omstreeks 1860 is gebouwd als typisch Zuid-Hollandse zuivelboerderij annex veehouderij (gemengd bedrijf), bestaande uit het 'grote huis' met aangebouwde grootveestalling en de eveneens aangebouwde kaasmakerij met jongveestalling.
Deze woningen zijn gemeld als saneringssituatie bij het Bureau Sanering Verkeerslawaai omdat deze bestemmingen in 1986 al een geluidsbelasting ondervonden van meer dan 60 dB(A). Omdat sprake is van een reconstructie voor zeven woningen en een saneringssituatie voor 2 woningen zijn maatregelen onderzocht. De conclusies van het maatregelenonderzoek zijn hierna weergegeven.
Saneringsmaatregelen
Voor twee woningen in Alphen aan den Rijn is sprake van een niet opgeloste saneringssituatie. Het betreft de woningen Ridderbuurt 1 en 1b. De geluidsbelasting overschrijdt de maximaal vast te stellen hogere waarde van 68 dB voor saneringswoningen. Voor het bepalen van de saneringsmaatregelen is gebruik gemaakt van de Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wet geluidhinder. Uit deze afweging volgt dat het voor deze twee saneringswoningen financieel doelmatig is om een 3 m hoog scherm te plaatsen over een lengte van 120 m. Voor deze woningen wordt geadviseerd om een 3 m hoog absorberend scherm te plaatsen over een lengte van 120 m. Omdat de geluidsbelasting met maatregelen hoger is dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, moet voor beide woningen een hogere waarde worden vastgesteld.
De gemeente heeft voor deze woningen een saneringsprogramma ingediend bij het Ministerie van I&M. In dit saneringsprogramma is opgenomen dat een geluidscherm geplaatst wordt langs de N207 om de geluidbelasting van de beide woningen te beperken. De staatsecretaris van I&M heeft bij besluit van 17 februari 2014 het saneringsprogramma goedgekeurd en hogere waarden voor de beide woningen vastgesteld (Bijlage 10 Saneringsbesluit ministerie Ridderbuurt 1 en 1b). De plaatsing van het geluidscherm is mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan en zal door de wegbeheerder, de provincie meegenomen worden in de planning/aanbesteding van de herinrichting van de N207. Aanvullend zal onderzocht worden of, en zo ja welke maatregelen aan de gevel van de woningen nodig zijn om het geluidniveau in de woningen te beperken tot het wettelijk vastgelegde niveau van 43 dB. Hiervoor zal nader overleg met de eigenaar van de woningen plaatsvinden. Na goedkeuring van de maatregelen door het ministerie van I&M zullen deze maatregelen aangebracht worden. Hiermee word saneringssituatie voor de woningen Ridderbuurt 1 en 1b beëindigd.
Maatregelen vanwege reconstructie
In Alphen aan den Rijn neemt de geluidsbelasting toe met 2 dB of meer bij 7 woningen (Herenweg 117 en Alida de Jongstraat 36-46). De toename bedraagt maximaal 4 dB. De zeven woningen liggen dicht bij het kruispunt van de N207 met de Eisenhowerlaan dat door middel van verkeerslichten wordt geregeld. Het toepassen van stille wegdekken nabij kruispunten is niet wenselijk, vanwege de gevoeligheid van deze wegdekken voor slijtage door afremmend, optrekkend en afslaand verkeer. Omdat bronmaatregelen niet mogelijk zijn, is naar de mogelijkheid van schermen of wallen gekeken. Ter plaatse van de woningen met een reconstructie ligt een parallelweg langs de N207. Tussen de parallelweg en de N207 is geen ruimte voor het plaatsen van een geluidsscherm of een geluidswal. Het is wel mogelijk om een barrier met daarbovenop een geluidsscherm te plaatsen ter plaatse van de bestaande barrier. Uit de rekenresultaten is gebleken dat door het plaatsen van een 3,5 m hoog barrier met scherm, de toename volledig wordt weggenomen. Voor de woningen met een reconstructie moet als maatregel een 3,5 m hoog absorberend scherm worden geplaatst met een lengte van 115 m. Hiermee wordt de geluidbelasting van de woningen teruggebracht wordt onder de grenswaarde en zijn verdere procedures of maatregelen niet nodig voor deze woningen.
In de provinciale Milieuverordening (PMV) is de ligging van stiltegebieden in Zuid-Holland opgenomen. De voor dit plan relevante delen van de stiltegebieden ten Westen en ten Oosten van Alphen aan den Rijn zijn (rood gearceerd) weergegeven in onderstaande kaart.
Figuur 5 : Ligging stiltegebieden
Geconcludeerd kan worden dat het plangebied niet geheel of gedeeltelijk binnen de grenzen van een stiltegebied valt en dat de afstand tot het plangebied met meer dan 2 km voldoende groot is.