Plan: | TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22h Bedrijventerreinen |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0484.bedrijventerreinen-ON01 |
De regels van het 'TAM- Omgevingsplan Hoofdstuk 22h bedrijventerreinen' gelden ter plekke van het werkingsgebied dat bestaat uit de geometrische situering van de functies bedrijf en bedrijventerrein gelegen binnen de plangebieden zoals opgenomen in de volgende onderdelen van het tijdelijke omgevingsplan bestaande uit de volgende aangewezen bedrijventerreinen:
de regels gelden in aanvulling op de regels uit de hoofdregeling van het tijdelijke deel van het omgevingsplan. Voor zover de regels afwijken van de hoofdregeling uit het tijdelijke deel van het omgevingsplan gelden de regels van het 'TAM- Omgevingsplan Hoofdstuk 22h bedrijventerreinen'.
Begripsbepalingen die, op de dag van de inwerkingtreding van de Omgevingswet, zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet en in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit hoofdstuk.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden aanvullend de volgende begripsbepalingen:
bedrijfsverzamelgebouw
Een gebouw op een onverdeeld bouwperceel, dat dient voor de huisvesting van drie of meer verschillende bedrijven, waarbij eventueel faciliteiten, zoals ICT- voorzieningen, parkeervoorzieningen, vergaderruimtes en/ of horeca/ kantine gedeeld worden of kunnen worden en waarbij de ruimtelijke uitstraling in overeenstemming is met die van een bedrijf.
Bedrijfsvloeroppervlakte
De totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke.
units, opslag en/ of garageboxen en self- storage
onroerende zaken bestemd voor opslag van goederen of voertuigen of voor ander bedrijfsmatig en/ of hobbymatig gebruik door bedrijven of particulieren. Units, opslag en/ of garageboxen maken veelal deel uit van een complex bestaande uit meerdere objecten die elk doorgaans bestaan uit één ruimte die toegankelijk is via één toegangsdeur. Onder units, opslag en/ of garageboxen die gebruikt worden door bedrijven, worden in dit TAM- Omgevingsplan niet de onroerende zaken bedoeld die een integraal onderdeel vormen van de bedrijfsactiviteiten van een op hetzelfde bouwperceel gelegen bedrijf, waarbij geen sprake is van verhuur ten behoeve van zelfstandige opslag
Dit omgevingsplan is met het oog op de doelen van artikel 1.3 van de Omgevingswet gericht op het uitoefenen van de bevoegdheden en taken van de gemeente Alphen aan den Rijn als bedoeld in artikel 2.1 van de Omgevingswet waarbij sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties en andere regels die met het oog daarop nodig zijn als bedoeld in artikel 4.2 van de Omgevingswet.
deze paragraaf gaat over het gebruiken van gronden en bouwwerken op de locaties, bedoeld in artikel 1 (subparagraaf 22h.1.1.1).
1.
Een bouwwerk wordt niet gebruikt als nieuw bedrijfsverzamelgebouw, als de bedrijfsvloeroppervlakte van één of meerdere bedrijfsunits binnen het bedrijfsverzamelgebouw per verdieping of bouwlaag kleiner is dan 300 m2 bvo.
2.
Een bouwwerk wordt niet gebruikt voor nieuwe opslag- en/of garageboxen en/of self-storage.
Een bouwwerk, op de locaties binnen het Bedrijventerrein Heimanswetering, wordt niet gebruikt voor een van de volgende nieuwe activiteiten: