CO2 distributienetwerk Bentwoud

3.4.1 Samengestelde Structuurvisie Gemeente Rijnwoude (2008)

Op grond van de Wro zijn gemeenten verplicht om voor hun grondgebied één of meer structuurvisies vast te stellen. De gemeente Rijnwoude heeft er voor gekozen om de bestaande visies te bundelen en in één document op te nemen. Opgenomen zijn de Structuurvisie Rijnwoude 2020, Van droom naar daad (2005) en een uitsnede van gebieden uit de Transformatievisie Oude Rijnzone (2007). Aan de structuurvisie is verder een uitvoeringsparagraaf toegevoegd. De Structuurvisie Rijnwoude 2020; van droom naar daad uit 2005 (vastgesteld als structuurplan) is hiermee Wro- en vooral ook GREX-proof gemaakt.

De hoofdkeuzen uit de 'Structuurvisie Rijnwoude 2020; van droom naar daad' zijn nog steeds actueel. De hoofdkeuzen voor de gemeente zijn:

• 1. Rijnwoude "Dorpen tussen steden" - versterken dorpse kwaliteiten en niet (visueel) vastgroeien aan de nabijgelegen stedelijke gebieden en Ontwikkelen Oude Rijnzone vanuit kwaliteiten
• 2. Rijnwoude een complete, leefbare gemeente van subregionaal niveau - versterking van het bestaande voorzieningencentrum, Hazerswoude-Rijndijk als hoofdvoorzieningencentrum Rijnwoude, versterken structuur Hazerswoude-Dorp en Benthuizen aan het Bentwoud
• 3. Verschil ontwikkelingsmogelijkheden 'grasland' en 'akkerland' - behouden en versterken graslandschap en geleidelijke transformatie akkerland

In het Bentwoud is de ontwikkeling van recreatievoorzieningen bedacht. Het Bentwoud biedt kansen voor Benthuizen om het recreatieprofiel te versterken en zich te positioneren als 'dorp aan het Bentwoud'. De ontwikkeling van een CO2-drukreduceerstation en distributieleiding is niet van invloed op de ontwikkeling van het Bentwoud. De vigerende bestemmingen met de mogelijkheid voor recreatieve ontwikkelingen blijven van kracht.

Figuur 3.2: plankaart samengestelde structuurvisie gemeente Rijnwoude

3.4.2 Bestemmingsplan 'Bentwoud'

De gronden maken onderdeel uit van het bestemmingsplan 'Bentwoud' (vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 11 december 2008). In dit plan hebben de gronden de bestemming 'Dagrecreatieve doeleinden (subbestemming 'sportcomplex Zoetermeer' met de aanduiding 'bouwvlak'), de bestemming 'Recreatiebos' en de bestemming 'Natuurbos'. Enkele gronden zijn eveneens voorzien van een wijzigingsbevoegdheid.

De gronden ter plaatse van de bestemming 'Dagrecreatieve doeleinden' met de subbestemming 'sportcomplex Zoetermeer' zijn bedoeld voor het sportcomplex Zoetermeer, alsmede voor hierbij behorende voorzieningen.

De gronden ter plaatse van de bestemming 'Recreatiebos' zijn onder meer bedoeld voor bosgebied, gras- en ruigtegebieden, het behoud, herstel en ontwikkeling van de actuele en potentiële natuur- en landschapswaarden en kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen.

De gronden ter plaats van de bestemming 'Natuurbos' zijn onder meer bedoeld voor bosgebied, gras- en ruigtegebieden, beheer door begrazing, het behoud en ontwikkeling van de actuele en potentiële natuur- en landschapswaarden.

In het bestemmingsplan 'Bentwoud' zijn voor de betreffende gronden een tweetal wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Op de gronden die de aanduiding 'wijzigingsbevoegdheid II' hebben is het toegestaan om de bestemming te wijzigen ten behoeve van het recreatieconcentratiepunt, ontsluitingswegen, een parkeerterrein voor de golfbaan en een rotonde/viaduct. Ter plaatste van de aanduiding 'wijzigingsbevoegdheid III' mag de bestemming gewijzigd worden ten behoeve van ontsluitingswegen, een parkeerterrein voor de golfbaan en een rotonde/viaduct.

De gewenste ontwikkeling van de aanleg van een CO2-drukreduceerstation en een CO2-distributieleiding is strijdig met het vigerende bestemmingsplan, omdat deze ontwikkeling niet in beeld was ten tjide van het opstellen van het bestemmingsplan 'Benthoek'.

Figuur 3.3: uitsnede plankaart bestemmingsplan 'Bentwoud'

3.4.3 Bestemmingsplan 'HSL-Rijnwoude'

De gronden maken eveneens deel uit van het bestemmingsplan 'HSL-Rijnwoude' (vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 11 maart 2004). In dit plan hebben de gronden de bestemming 'Agrarische doeleinden' met de subbestemming 'veeteelt/akkerbouw/vollegrondstuinbouw', 'Spoorweg doeleinden' met de subbestemming 'spoorweg doeleinden HSL' en 'Verkeersdoeleinden'

De gronden ter plaatse van de bestemming 'Agrarische doeleinden' met de subbestemming 'veeteelt/akkerbouw/vollegrondstuinbouw' zijn bedoeld voor grondgebonden veehouderij en akker- en vollegrondstuinbouw. Op deze gronden mag niet worden gebouwd.

De gronden ter plaatse van de bestemming 'Spoorweg doeleinden' met de subbestemming 'spoorweg doeleinden HSL' zijn bedoeld voor een spoorweg ten behoeve van de Hogesnelheidslijn-Zuid met bijbehorende voorzieningen. Voorbeelden hiervan zijn onder meer gebouwen ten dienste van de bestemming, bereikbaarheidsvoorzieningen, toegangswegen en opstelplaatsen voor hulpdiensten. Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouw met dien verstande dat de hoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 15 meter boven bovenkant spoorstaaf dan wel peil mag bedragen.

De gronden ter plaats van de bestemming 'Verkeersdoeleinden' zijn onder meer bestemd voor de aanleg en in stand houding van wegen, parkeerplaatsen en fiets- en voetpaden met bijbehorende voorzieningen. Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de bestemming 'Verkeersdoeleinden bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waaronder begrepen geluidsafschermende voorzieningen. De hoogte van hiervan mag niet mee bedragen dan 10 meter.

De gewenste ontwikkeling van de aanleg van een CO2-drukreduceerstation en een CO2-distributieleiding zijn strijdig met het vigerende bestemmingsplan omdat deze ontwikkeling niet voorzien was ten tijde van het opstellen van dit bestemmingsplan.

Figuur 3.4: plankaart bestemmingsplan 'HSL'

3.4.4 Welstandsbeleid

De welstandsnota d.d. 20 mei 2003 geeft criteria omtrent de redelijke eisen van welstand. Het gaat daarbij om de volgende aspecten: de karakteristiek van de bestaande bebouwing, de openbare ruimte, het landschap, de stedenbouwkundige context, massa, structuur, maat en schaal, detaillering, materiaalkeuze en kleurstelling en samenhang in het bouwwerk (de onderlinge relatie tussen samenstellende delen). Daarnaast geeft ze sneltoetscriteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen, zoals aan- en uitbouwen en dakkapellen sneltoetscriteria.

Het welstandsbeleid van de gemeente Rijnwoude komt met voorliggend bestemmingsplan en bijbehorende ontwikkeling niet in het gedrang.

3.4.5 Milieubeleidsplan 2003-2010

De gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Zoeterwoude, Teylingen en Rijnwoude hebben een gezamenlijk milieubeleidsplan. Een drietal speerpunten voor het milieubeleid voor de komende jaren zijn 'klimaatbeleid en energiebesparing', 'streven naar het optimale' en 'integratie van milieu in ander beleid'.

Klimaatbeleid en energiebesparing: De gemeente wil voldoen aan de Kyoto-verplichtingen. Het klimaatbeleid is vooral gericht op het beperken van de vraag naar energie, het omschakelen naar duurzame energie en het zuinig gebruiken van energie. Hiermee heeft het klimaatbeleid onder meer invloed op het beleid ten aanzien van verkeer en vervoer, woningbouw en gebouwenbeheer.

Streven naar het optimale: Een goede milieukwaliteit is een belangrijke randvoorwaarde voor het leefbaar houden van de regio. Binnen het beleid ten aanzien van de lokale milieukwaliteit wordt daarom op meerdere plekken het streven naar een optimale milieukwaliteit verwoord.

Integratie van milieu in ander beleid: Milieuaspecten zijn steeds meer geïntegreerd in het gemeentelijk beleid. Ruimtelijke en economische keuzes zijn vaak bepalend voor de lokale milieukwaliteit, voor het behoud van landschappelijke en ecologische waarden en voor de duurzaamheid van de regio in z'n geheel.