direct naar inhoud van 4.7 Externe veiligheid
Plan: Westzijdeweg 27a
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1672.13BPBGWestzijde27a-ON01

4.7 Externe veiligheid

Bij de externe veiligheid gaat het om het beheersen van de veiligheid van personen in de omgeving van een risico-opleverende activiteit met gevaarlijke stoffen. Het kan daarbij gaan om industriële activiteiten, distributieroutes of buisleidingen.

4.7.1 Beleidskader

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) van 27 oktober 2004 en de hierin opgenomen Regeling externe veiligheid inrichtingen, geeft aan welke activiteiten/ bedrijven risicocontouren kennen, waarmee rekening dient te worden gehouden bij het verlenen van vergunningen in het kader van de Wet milieubeheer en bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.

Het BEVI heeft tot doel de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in bedrijven tot het aanvaarde maximum te beperken. Het gaat daarbij om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval vanwege activiteiten met gevaarlijke stoffen binnen inrichtingen. Het doel wordt in het BEVI vertaald naar begrippen plaatsgebonden risico en groepsrisico.

  • Plaatsgebonden risico (PR): Risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als een kans per jaar dat een persoon onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen een inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
  • Groepsrisico (GR): Cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen de inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

In het BEVI zijn de risiconormen wettelijk vastgelegd. Deze normen zijn niet effectgericht maar gebaseerd op een kansberekening. Tevens geven de risiconormen alleen de kans weer om als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen te overlijden. Gezondheidsschade en de kans op verwonding of materiële schade zijn daarin niet meegenomen. Er is in het BEVI geen harde norm voor het groepsrisico vastgesteld. Voor het groepsrisico geldt geen norm maar slechts een oriënterende waarde. Er is sprake van een verantwoordingsplicht in geval van een toename van het groepsrisico.

4.7.2 Inrichtingen

De bestaande situatie kent met de aanwezige woning een kwetsbare bestemming waardoor het externe veiligheidsaspect van belang kan zijn. De omgevingsdienst heeft geconcludeerd dat er geen inrichtingen in de omgeving van de woning aanwezig zijn die een risicobron zijn voor de kwetsbare bestemming. De bestaande situatie leidt niet tot knelpunten in het plaatsgebonden risico (PR) en/of groepsrisico (GR). Omdat er in dit bestemmingsplan geen nieuwe kwetsbare bestemmingen en/of nieuwe risicobronnen worden toegevoegd kan worden geconcludeerd dat het oordeel van de omgevingsdienst ook in de nieuwe situatie van toepassing is en er geen risicovolle inrichtingen in de omgeving van het plangebied bestaan die de voorgenomen bestemmingswijziging in de weg staan.

4.7.3 Kabels en leidingen en transport

Naast de aanwezigheid van stationaire bronnen kan transport van gevaarlijke stoffen een rol van belang spelen bij externe veiligheid. Bovengronds transport via weg of spoor en ondergronds transport middels zogenaamde buisleidingen kunnen een risico vormen voor nabijgelegen functies. De vigerende regels hiervoor vinden we in de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS) en het Besluit .

Onderzoek naar mogelijke risicobronnen in de omgeving van het plangebied heeft uitgewezen dat er geen inrichtingen of een transportroute voor gevaarlijke stoffen in de omgeving van de woning aanwezig zijn. Er ligt ten oosten en ten westen van de locatie een aantal buisleidingen. Deze leidingen liggen op een dusdanig grote afstand dat dit geen probleem vormt voor de voorgenomen planwijziging.

Daarnaast worden over de Westzijdeweg en nabijgelegen transportwegen geen gevaarlijke stoffen vervoerd. Derhalve is geen transportroute gevaarlijke stoffen van invloed op de omgeving.

4.7.4 Conclusie externe veiligheid

Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de voorgenomen bestemmingsplanwijziging.