Plan: | N207 - Noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0484.B110N207noordaadr-VA01 |
De milieueffectrapportage (hierna kortweg MER) is een hulpmiddel om bij diverse procedures het milieubelang een volwaardige plaats in de besluitvorming te geven. Een MER is verplicht bij de voorbereiding van plannen en besluiten van de overheid over initiatieven en activiteiten van publieke en private partijen die belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. De MER is wettelijk verankerd in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer. Naast de Wet milieubeheer is het Besluit MER belangrijk om te kunnen bepalen over bij de voorbereiding van een plan of een besluit de MER-procedure moet worden doorlopen.
De aanleg van een busstrook langs de N207 is niet m.e.r. plichtig. Wel is er sprake van een m.e.r. beoordelingsplicht op grond van artikel 1.1. uit bijlage D van het Besluit m.e.r.
Ten behoeve van een zo transparant mogelijke procedure bij de tot standkoming van de aanpassingen van de N207 is er voor gekozen om, op vrijwillige basis, een volledige planMER procedure te doorlopen.
Ten behoeve van het bestemmingsplan zijn diverse onderdelen uit de MER nader uitgediept en specifiek toegespitst op de gekozen locatie.
Voor elk onderdeel wordt kort uiteen gezet wat de resultaten uit het MER zijn. Daar waar nader onderzoek heeft plaatsgevonden, zijn de resultaten van dit onderzoek vervolgens weergegeven. Het MER is als bijlage (Bijlage 2 MER) bij het bestemmingsplan gevoegd.
De effectbeoordeling
Het detailniveau van het MER is zoveel mogelijk afgestemd op het detailniveau van het bestemmingsplan. Het MER geeft zo inzicht in de haalbaarheid van de plannen, de mogelijke knelpunten en de oplosbaarheid daarvan. Hieruit volgen concrete aandachtspunten die in vervolgonderzoeken in detail worden uitgewerkt.
Referentiesituatie
Het bestaande beleid is in het MER beschouwd als een autonome ontwikkeling. Het MER is er vooral op gericht om de milieueffecten inzichtelijk te maken. Daarom zijn de milieueffecten beoordeeld tegen de milieusituatie die zou zijn ontstaan als gevolg van alle autonome ontwikkelingen in het gebied. Dit is de referentiesituatie. Als peiljaar van de referentiesituatie met de autonome ontwikkeling is gekozen voor het jaar 2025.
Beoordelingskader
Er is een breed beoordelingskader gehanteerd. Het project is getoetst aan die milieuaspecten, waarop effecten als gevolg van de plannen worden verwacht. De toetsingscriteria zijn afgeleid van het kaderstellend beleid en wet- en regelgeving.
Advies Commissie MER
Het MER heeft telijkertijd met het (voor)ontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegen. Tevens is het MER voor advies aan de Commissie mer voorgelegd. De commissie heeft op 4 februari 2013 advies uitgebracht. Dit advies is als bijlage toegevoegd (Bijlage 3 Advies MER commissie). De aanbeveling van de commissie zijn zo veel als mogelijk verwerkt in het bestemmingsplan.
Oplegnotitie MER N207
Daarnaast geldt dat op basis van de inspraakreacties, optimalisering in het ontwerp en voortschrijdend inzicht en in overleg met de betrokken gemeenten het voorkeursalternatief, zoals in het MER en de voorontwerpbestemmingsplannen is aangepast. In de oplegnotitie MER M207 Leimuiden-Alphen aan den Rijn is onderzocht of de aanpassing van het voorkeursalternatief leidt tot andere effecten ten opzicht van het voorkeursalternatief uit het MER N207. De oplegnotitie maakt deel uit van het MER is als bijlage toegevoegd aan het bestemmingsplan (Bijlage 4 Oplegnotitie MER). De oplegnotitie moet in combinatie met het MER worden gelezen.
Aangezien de oplegnotitie betrekking heeft op een voorkeursalternatief op grondgebied van de gemeente Kaag en Braassem wordt in dit bestemmingsplan hier niet nader op ingegaan.