Plan: | N207 - Noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0484.B110N207noordaadr-VA01 |
Droogmakerijen en plassenlandschap
Het plangebied Leimuiden-Alphen aan den Rijn ligt in het Groene Hart en maakt onderdeel uit van het provinciale landschap het Hollandse Plassengebied. Het landschap bestaat naast meren en plassen uit droogmakerijen.
Waar het veen gewonnen is vanwege de turf als brandstof zijn grote plassen ontstaan, zoals de Westeinderplassen en de Langeraarsche Plassen. Een andere grote waterpartij in het plangebied, het Braassemermeer, is ouder en niet door turfwinning ontstaan. Het Braassemermeer is een restant van het Leidsche Meer, ontstaan door de getijdenbewegingen en inslagen van de zee. Grote delen van de verveningsplassen zijn als gevolg van de vraag naar landbouw en het gevaar van erosie van omliggende gebieden drooggemalen. Door ontgraving van het veen en de drooglegging van de plassen zijn enkele grote droogmakerijen ontstaan. Deze diepe droogmakerijen liggen 2-4 meter lager dan het aangrenzende niet-verveende land en ver onder zeeniveau. Een bijzondere droogmakerij in het plangebied is de Wassenaarsche polder. Deze dateert uit 1666 en behoort tot een van de eerste droogmakerijen van West-Nederland. Later volgden de andere polders stapsgewijs. Hiertoe is soms een ringvaart of sloot rondom de plas gelegd en vervolgens werd deze door molens en later gemalen drooggemalen. De oude ontginningsbases bleven hierdoor als hoog bovenland in de droogmakerij achter.
Na de Tweede Wereldoorlog voltrokken zich de grootste ruimtelijke veranderingen en volgden de ontwikkelingen niet meer de bestaande lijnen uit het landschap. Alphen aan den Rijn is enorm gegroeid met grootschalige uitbreidingswijken los van de landschappelijke structuur en in de droogmakerij.
Alphen aan den Rijn en Leimuiden
Vanuit de noordelijke grens van het Romeinse Rijk ter hoogte van het toen al door de Romeinen verlaten Albaniana fort te Alphen aan den Rijn in noordelijke richting begonnen aan de ontginning van het moerasachtige deltagebied (opgedeeld in copen), her en der nederzettingen stichtend. Er ontstond infrastructuur, onder andere de Herenweg, welke lange tijd als handelsroute tussen de plaatsen Alphen aan den Rijn en Amsterdam fungeerde. Ook zijn er later door afgravingen en droogmaling polders ontstaan. Bij de kruising van de Herenweg met de Drecht ontstond het dorp Leimuiden.
Verdronken dorp Jacobswoude
In het plangebied was in de middeleeuwen een dorp dat Jacobswoude heette. Rondom het oorspronkelijk dorp werd het veen afgegraven, waardoor het in het midden van de 18e eeuw als een eiland in het water lag van de latere Polder Vierambacht. Door de geïsoleerde ligging raakte Jacobswoude in verval en trokken de bewoners naar andere dorpen in de omgeving. Hierdoor verdween Jacobswoude. Langs de N207 staat er een monument op de plek waar Jacobswoude lag, bij de kruising van de Kruisweg met de weg van Alphen aan den Rijn naar Leimuiden.
Polder Vierambacht en Wassenaarsche Polder
Polder Vierambacht is in 1744 drooggelegd met elf windwatermolens. De waterplas was een gevolg van de 'wilde vervening' rondom het vroegere dorp Jacobswoude, dat zelf ook ten prooi was gevallen aan het water. De ruim 1700 hectare grote droogmakerij strekte zich uit over het grondgebied van de vier Ambachtsheerlijkheden Esselijkerwoude, Ter Aar, Rijnsaterwoude en Oudshoorn. De Wassenaarsche polder (ruim 1.000 hectare) was al in 1666 drooggelegd, in opdracht van de Ambachtsheer van Rijnsaterwoude, de heer Van Wassenaer.
Ten noorden van de Wassenaarsche Polder liggen nog de Vriesekoopse Polder (1741). De droogmakerijen liggen ingesloten tussen de Braassemermeer en de Westeinderplassen in het westen (Rijnlands boezem) en de bovenlanden van het Aarkanaal in het oosten (Amstelboezem). De droogmakerijen zijn overwegend in gebruik voor akkerbouw en veeteelt en hebben een open karakter, met weinig bebouwing en beplanting.