Buiten bouwvlakken mogen - zo nodig in afwijking van hoofdstuk 2 - oeververbindingen uitsluitend worden gebouwd met een breedte van:
- ten behoeve van percelen met de bestemmingen Agrarisch - Sierteelt, maximaal 4 m en ter plaatse van een landhoofd maximaal 8 m;
- ten behoeve van percelen met de bestemming Agrarisch - Sierteelt, maximaal 5 m en ter plaatse van een landhoofd maximaal 10 m;
- overige maximaal 3 m en ter plaatse van een landhoofd maximaal 6 m;
indien zulks plaatsvindt ten behoeve van:
- wegen op gronden met de bestemming Verkeer;
- een doelmatige agrarische bedrijfsvoering van duurzame volwaardige agrarische bedrijven;
- onderhoud/vervanging van reeds aanwezige oeververbindingen.